Natuur en landschap
QUIZ: natuur en landschap Duits-Nederlands
QUIZ: natuur en landschap Nederlands-Duits
Natuur en landschap
Duits Nederlands
Natur natuur
Landschaft landschap
Wasser water
Feuer vuur [ook: brand; fig.: passie, het schieten]
Luft (f) [Lüfte] lucht
Holz [Hölzer] hout
Metall metaal
Himmel (m) hemel [ook in religieuze zin]
Ozean (m) oceaan
Meer (n) zee
See (f) [-] zee
See (m) [+n] meer
Fluss (m) rivier [ook: stroom, stroming]
Kanal (m) kanaal, vaart, gracht [ook 'kanaal' aangaande media en informatie; soms: riool]
Berg (m) berg
Hügel (m) heuvel
Gebirge (n) gebergte
Boden (m) [Böden] grond, bodem [ook: vloer]
Weide weiland, weide [om vee te laten grazen] [ook: wilg]
Wiese weide, hooiland [om hooi te winnen]
Gras [Gräser] gras [informeel ook: wiet]
Kraut [Kräuter] kruid
Pflanze plant
Blume bloem
Baum (m) boom
Busch (m) struik
Strauch (m) [Sträucher] struik
Stein (m) steen
Fels (m) [+en] rots
Wald (m) [Wälder] bos, woud
Feld [+er] veld [alle betekenissen: akker; vakgebied, terrein; vak, vlak]
Tal [Täler] dal, vallei
Wüste woestijn [ook: woestenij, wildernis]
Vulkan (m) [Vulkane] vulkaan
Küste kust
Strand (m) strand
Ufer (n) oever
Schlamm (m) modder, slib, slijk
Sand (m) zand
Graben (m) [Gräben] sloot, greppel, gracht
Bach (m) beek
Teich (m) vijver
Weiher (m) vijver
Quelle bron [alle betekenissen]
Wasserfall waterval
Oase oase [ook figuurlijk]
Deich (m) dijk
Düne duin
Insel (f) eiland
Halbinsel schiereiland
Welle golf [ook: licht- of geluidsgolf; ook figuurlijk]
Urwald oerwoud, oerbos
Dschungel (m) jungle, rimboe, oerwoud [ook figuurlijk]
Wildnis (f) wildernis
Zweig (m) takje, twijg [ook fig.: afdeling, aftakking]
Ast (m) (dikke) tak [ook: knoest]
Stamm (m) (boom)stam [ook: stengel; woordstam, volksstam]
Blatt [Blätter] blad [alle betekenissen]
Rinde schors [ook: korst van brood of kaas]
Moos mos
Pilz (m) paddenstoel, schimmel
Horizont (m) horizon [ook figuurlijk]
Park (m) park
Gletscher (m) gletsjer
Schlucht (f) ravijn, kloof
Kluft (f) [Klüfte] kloof [ook figuurlijk] [informeel: uniform]
Gipfel (m) (berg)top [ook fig.: toppunt, hoogtepunt, topconferentie]