Keuzevoorzetsels - die Wechselpräpositionen
Keuzevoorzetsels zijn voorzetsels die om een datief dan wel een accusatief vragen afhankelijk van het gebruik in een zin.
Het gaat niet om een vrije keuze maar een verplichte keuze.
De negen keuzevoorzetsels zijn: an, auf, hinter, in, neben, über, unter, vor, zwischen.

Datief


Accusatief


Toepassing

Bij de bepaling of er sprake is van een vaste locatie ('zich bevinden') of beweging ergens naartoe is het belangrijk om te onthouden dat:
  • werkwoorden over beweging net zo goed een 'zich bevinden' als een beweging ergens naartoe kunnen weergeven
  • het gaat om de betekenis van het voorzetsel samen met het zelfstandig naamwoord én het hele werkwoord in de tegenwoordige tijd (infinitief)

  • Er wurde an ein__ Sonntag geboren. = Hij werd op een zondag geboren.
    -> 'op een zondag' -> tijdsbepaling -> datief (mannelijk) -> einem

    Die Katze liegt auf d__ Stuhl. = De kat ligt op de stoel.
    -> 'op de stoel' -> geen tijdsbepaling -> 'op de stoel liggen' -> 'zich bevinden' -> datief (mannelijk) -> dem

    Gestern hat er das Buch auf d__ Tisch gelegt. = Gisteren heeft hij het boek op de tafel gelegd
    -> 'op de tafel' -> geen tijdsbepaling* -> 'op de tafel leggen' --> beweging ergens naartoe** -> accusatief (mannelijk) -> den
    * let op: 'gisteren' maakt geen deel uit van het zinsdeel met het keuzevoorzetsel
    ** let op: 'gelegd' impliceert dat de beweging al is geweest maar je moet uitgaan van de infinitief, dus 'leggen'

    Morgen schwimme ich in d__ Schwimmbad. = Morgen zwem ik in het zwembad.
    -> 'in het zwembad' -> geen tijdsbepaling -> 'in het zwembad zwemmen' -> 'zich bevinden'* -> datief (onzijdig) -> dem
    * let op: 'zwemmen' impliceert beweging maar er wordt in dit zinsdeel geen beweging ergens naartoe beschreven

    Er wartet auf d__ Bus. = Hij wacht op de bus.
    -> 'op de bus' -> geen tijdsbepaling -> 'op de bus wachten' -> geen 'zich bevinden' en geen 'beweging ergens naartoe -> 7/2-regel --> accusatief (mannelijk) -> den

    Bijzondere gevallen

    Onderstaand volgt een overzicht van werkwoorden in combinatie met een keuzevoorzetsel waarbij, al dan niet via de 7/2-regel, een andere naamval verwacht zou kunnen worden:

    Werkwoorden + an + accusatief

    Zonder voorzetsel krijgen glauben, schreiben en schicken de datief.
    Ich glaube ihr. (Ik geloof haar)
    Ich glaube an sie. (Ik geloof in haar)
    Ich schreibe Ihnen. (Ik schrijf u)
    Ich schreibe an Sie. (Ik schrijf aan u)
    Ich schicke es ihm. (ik stuur het hem)
    Ich schicke es an ihn (Ik stuur het aan hem)

    Werkwoorden + in + accusatief


    Bijles Duits: uitlegvideo's en oefeningen m.b.t. keuzevoorzetsels (les 23)