Bijvoeglijke naamwoord - das Adjektiv
De verbuiging van het bijvoeglijk naamwoord is afhankelijk van de andere woorden in het zinsdeel.
Als de kenmerkende slotletter van naamval en geslacht al blijkt uit een ander woord dan volgt een zwakke verbuiging.
Is dit niet het geval dan volgt een sterke verbuiging.

Bijvoeglijk naamwoord met (overwegend) zwakke verbuiging
naamval mannelijk vrouwelijk onzijdig meervoud
Nominativ -e(r) -e -e(s) -en
Genitiv -en -en -en -en
Dativ -en -en -en -en
Akkusativ -en -e -e(s) -en

Bijles Duits: uitlegvideo en oefeningen (zie les 16)

Bijvoeglijk naamwoord met sterke verbuiging
naamval mannelijk vrouwelijk onzijdig meervoud
Nominativ -er -e -es -e
Genitiv -en -er -en -er
Dativ -em -er -em -en
Akkusativ -en -e -es -e

De sterke verbuigingen komt bijna geheel overeen met de slotletters van de bepaalde lidwoorden.
Omdat in de genitief het mannelijk en onzijdig zelfstandig naamwoord een uitgang +(e)s krijgt, is een daarbijbehorend bijvoeglijk naamwoord in feite altijd zwak.

Verbogen of onverbogen

De regels over het wel of niet verbuigen van het bijvoeglijk naamwoord komen grotendeels overeen met het Nederlands.

Het bijvoeglijk naamwoord wordt verbogen als het attributief of zelfstandig wordt gebruikt en wordt niet verbogen als het predicatief of bijwoordelijk wordt gebruikt.
Attributief: der schnelle / ein schneller Mann (de/een snelle man)
Zelfstandig: der Mann ist der Schnelle / ein Schneller (de/een snelle)
Predicatief: der Mann ist schnell (de man is snel)
Bijwoordelijk: der Mann lauft schnell (de man loopt snel)
Enkele kleuren worden niet verbogen: orange, lila, rosa, beige.

Bijvoeglijke naamwoorden gecombineerd

Als meerdere bijvoeglijke naamwoorden als attribuut bij een zelfstandig naamwoord staan dan worden ze allemaal verbogen, behalve degenen die betrekking hebben op een volgend bijvoeglijk naamwoord in plaats van op het zelfstandig naamwoord.
Er lernt die deutsche und italienische und lateinische Wörter. (Hij kent Duitse, Italiaanse en Latijnse woorden)
Er lernt die alte lateinische Sprache. (Hij leert de oude Latijnse taal)

Die schön geschriebenen Sätze. (De mooi geschreven zinnen)